Tips om lang te genieten van een geurkaars

Tijdens de herfst- & wintermaanden branden we wel eens graag een geurkaars. Het brengt niet alleen licht & warmte, maar ook heel wat gezelligheid in huis. Maar hoe kan je er nu voor zorgen dat je lang kan genieten van een (geur)kaars? We geven je graag wat tips die je eenvoudig kan toepassen.

1. Geef een kaars tijd

We zien het soms gebeuren bij geurkaarsen: even aansteken om de geur te ruiken & weer uitblazen. Helaas is dat geen goed idee want zo krijg je een tunnel langs de lont. Als je de kaars nadien weer aansteekt, zal de tunnel alleen maar dieper worden & zal de was tegen de rand van de kaars nooit opbranden. Zonde, want zo zal je minder lang genieten van een kaars. We raden aan om een kaars voor minstens 1 uur te laten branden. Op deze manier zal de bovenste waslaag volledig smelten en de kaars gelijkmatig opbranden.

Tip: je kan de bovenste waslaag sneller doen smelten door aluminiumfolie rond de kaars te wikkelen & boven de vlam een opening te laten. De waslaag zal dan een klein kwartiertje nodig hebben om te smelten.

2. Een kort lontje

Een belangrijk weetje is dat je de lont kort moet houden, 6 à 7 mm is perfect. Je kan de lont inkorten d.m.v. een lontenknipper, maar met een gewone schaar of nagelknipper kan het uiteraard ook. Het voordeel van een korte lont is dat de kaars rustiger zal branden. Wanneer de wiek te lang is, zal de kaars gaan flakkeren en het glas soms zelfs zwart blakeren. Hou het dus veilig door de lont af en toe bij te knippen.

3. Laat een kaars niet té lang branden

Bij onze eerste tip gaven we aan om de kaars tijd te geven om te branden. Maar als je een kaars té lang laat branden, zal alle was in de glazen pot warm worden en de lont verplaatsen. Van zodra de wiek niet meer in het midden staat, zal de kaars niet meer gelijkmatig opbranden. Gemiddeld zal de hele kaars warm worden binnen 4 à 6 uur. We raden dus aan om de kaars na 1 à 4 uur uit te blazen.

Tip: Ik zag mijn mama altijd zout op een kaars strooien, het is ideaal om de brandtijd aanzienlijk te verlengen. Deze tip pas ik dus nu zelf altijd toe. Of steek de kaars eerst in de diepvries, zo duurt het langer om de was te laten smelten.

4. Zet een kaars op de goede plaats

Vooraleer je een kaars aansteekt, kies je best een goede plek uit. Zorg ervoor dat de kaars niet in de tocht staat, of op een plek waar veel passage is. Zet het dus niet dicht bij een deur- of raamopening of bij de radiator. Dit brengt steeds een windvlaagje mee waardoor de kaars gaat flakkeren & dus niet meer gelijkmatig brandt. Kies dus een rustig plaatsje uit, buiten het bereik van kinderen en dieren.

5. Hergebruiken is altijd leuk

Na het opbranden van een grote geurkaars, kan je het glazen potje recyclen. Ongetwijfeld zal je voor de lege kaarsenhouder een leuke nieuwe functie vinden. Je kan het bijvoorbeeld gebruiken om een waxinelichtje in te zetten of als bloempotje, pennenbakje of als bewaarpotje voor wattenschijfjes of make-upborstels. Gooi de lege, glazen pot dus niet zomaar weg maar hergebruik ‘m gewoon.

Extra aandachtspuntjes

• Hoe gezellig (geur)kaarsen ook zijn, ga er voorzichtig mee om. Laat een kaars nooit alleen, ook al lijkt het een klein onschuldig hebbedingetje. Zorg ervoor dat er in een straal van 15 cm rond de kaars niets staat.
• Ventileer! Of je nu geur in huis brengt of niet, het ventileren van je huis is cruciaal om een gezonde binnenlucht te creëren.