Wassen: voorkom de 7 veelgemaakte fouten

7 veelgemaakte fouten bij het wassen

Correct wassen is niet zo moeilijk. Althans, dat denken we toch. Maar hoe komt het dan dat het soms mis gaat? Ja, fouten bij het wassen zijn snel gemaakt. Vaak zijn we vastgeroest in onze dagdagelijkse (was)gewoonten en staan we niet meer stil bij hoe het anders/beter kan. In deze blog geven we tips om de veelgemaakte fouten bij het wassen te voorkomen.

1. Wasmachine te vol of te leeg laten draaien

Als je de wasmachine te vol steekt, zal de kleding te weinig plaats hebben om rond te draaien in de trommel. Hierdoor zal het textiel niet gelijkmatig gewassen worden en nog niet helemaal proper zijn. Ook zorgt een te volle wasmachine voor meer kreuken.

Sommigen denken dat een halfvolle wasmachine ervoor zorgt dat het wasgoed properder wordt. Echter is dat niet het geval, integendeel zelfs. Uit onderzoek blijkt dat wasmachines met een halfvolle trommel minder warm worden dan die met een volle trommel. Hierdoor wordt de was minder schoon.

Het is dus beter om te wachten tot je wasmachine vol genoeg zit, ook omdat een halfvolle wasmachine evenveel water en energie gebruikt dan een volle machine.

Hoeveel wasgoed mag je in de wasmachine steken?

Dit is afhankelijk van de grootte van de trommel. Maar de beste tip die we je kunnen geven is de volgende: als je nog een vuist bovenop je wasgoed kan maken is de trommel juist gevuld.

2. Je wasmachine niet reinigen

We horen het bij sommigen in Keulen donderen als we vragen of de wasmachine al gereinigd is. Inderdaad, dat is belangrijk om fris, proper en geurig wasgoed te krijgen. Wist je trouwens dat een niet gereinigde wasmachine meer stroom verbruikt en minder lang mee gaat?

Nochtans is het onderhouden van je wasmachine niet moeilijk. Als je de deur & wasbakje na elke wasbeurt laat openstaan, kan de wasmachine goed drogen.

Verder kan je – best maandelijks – de wasmachine eens goed reinigen. Dit doe je door het vuil te verwijderen uit de rubberen band, het wasmiddelbakje uit te kuisen (of in de vaatwasser te steken) & je wasmachine leeg te laten draaien op 90 graden met azijn of een wasmachinereiniger. Op deze manier zal de wasmachine (en wasgoed!) langer meegaan.

3. Teveel wasmiddel gebruiken

Ongetwijfeld herken je deze wel! Zoveel mogelijk wasmiddel gebruiken zodat het wasgoed zéker proper is. Dit kost niet alleen veel geld, het zorgt ook voor veel zeepresten waardoor de leidingen verstoppen. Wist je dat het zelfs vetluis kan creëren? Zo gaat de wasmachine stinken en vlekken op kledij achterlaten. Er is zelfs meer, want als je teveel wasmiddel gebruikt, gaat de wasmachine meer water gebruiken om de zeep te kunnen oplossen. Dit zorgt dus voor meer energieverbruik.

Vind jij het moeilijk om correct te doseren? Dan zijn wasstrips een goede oplossing. Het is kinderspel om juist te doseren: je gooit een strip in de wastrommel & klaar. Ook lossen wasstrips helemaal op zodat de leidingen schoon blijven.

Heb je vlekken op kledij? Ook dan is een overdosering van wasmiddel niet nodig. Behandel de vlekken op voorhand met ossengalzeep zodat je wasgoed weer proper is.

4. Teveel wasverzachter gebruiken

Veel mensen gebruiken wasverzachter om hun wasgoed lekker te laten ruiken. Echter is wasverzachter hiervoor niet gemaakt. Wasverzachter zorgt voor zachter wasgoed, maar hiervan heb je maar een kleine hoeveelheid nodig (20 à 40 ml).
Het gebruik van wasverzachter raden we niet aan bij elke wasbeurt. Het laat niet alleen een vetlaagje achter in de leidingen, het zal ook de poriën van het textiel verstoppen. Vermijd wasverzachter zeker bij synthetische stoffen.

Tip: Om lekker ruikend wasgoed te krijgen, kan je wasparfum gebruiken. Het grote voordeel is dat het een aanhoudende geur geeft & géén vetlaag achterlaat in de leidingen of op textiel. Wasdrogerballen zijn trouwens een goed alternatief om je textiel zachter te maken.

5. Kleding te vaak wassen

Het is de eerste wasregel die we onze kinderen leren: “elke dag een propere onderbroek & sokken aan”. Maar veel mensen zijn ook geneigd om alle kleding na 1 keer dragen al in de was te gooien. Uiteraard gaan we akkoord om kleding met vlekken meteen in de wasmand te doen, maar is dat ook nodig bij een broek die je één dag gedragen hebt? Textiel wordt er niet mooier van als je het te vaak wast. Kleding (buiten) laten luchten, doet wonderen.

6. Ritsen sluiten, knopen openlaten

Waarschijnlijk ken je deze wel: gaatjes in een kledingstuk als je het uit de wasmachine haalt. Zonde! Waarschijnlijk ben je dan een rits vergeten te sluiten. De tanden van de rits kunnen vastraken aan de trommel waardoor het andere kledingstukken kan beschadigen. Zorg er dus voor dat je steeds alle ritsen sluit alvorens in de wasmachine te gooien.
Ook de haakjes van een beha kan je best sluiten om beschadigingen te voorkomen. Of je kan er voor kiezen om beha’s te wassen in een waszakje.

Knopen daarentegen kan je best wel los laten. Tijdens de wascyclus kunnen dichtgeknoopte knopen onder druk komen te staan waardoor de draad kan lossen.

7. Te warm wassen

Je schrikt er misschien van, maar de meeste was wordt schoon bij een wasbeurt van 1 uur op 30°C. Wist je trouwens dat kleuren sneller vervagen én textiel sneller verslijt als je te warm wast?
En niet onbelangrijk: hoe kouder en korter je wast, hoe minder energie je verbruikt.

Handdoeken & bedlinnen raden we wel aan om te wassen op 60°C omwille van bacteriën & huisstofmijt.